De wachttijden voor het PGB-systeem zijn al jaren een probleem. De Monitor Toegankelijkheid van Zorg, gepubliceerd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 14 november 2024, bevestigt deze situatie door te stellen dat de maximale wachttijden voor veel zorgvormen niet worden gehaald.
De Treeknorm (maximaal aanvaardbare wachttijden in de zorg), die zijn vastgesteld tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars, stelt dat cliënten binnen 6 weken toegang moeten hebben tot een wijkverpleegkundige die een PGB-indicatie kan stellen. In de praktijk is dit een illusie geworden. Het systeem faalt keer op keer, en duizenden kwetsbare Nederlanders zitten vast in een bureaucratisch nachtmerrie zonder de broodnodige zorg.
DE WERKELIJKHEID ACHTER DE WACHTTIJDEN
Een recent onderzoek van IndicatieNederland onder hun klanten toont ditzelfde verontrustende beeld: 26,7% van de ondervraagden was niet in staat om op tijd een HBO-verpleegkundige te vinden voor een herindicatie, zelfs wanneer zij ruim van tevoren wisten wanneer hun indicatie zou aflopen. Nog zorgwekkender is dat 6,7% van de respondenten twee maanden na het verlopen van hun indicatie nog geen gecontracteerde indicatiesteller had gevonden. Hoe kan dit gebeuren en wat is de oplossing?
TERUG IN DE TIJD: DE AWBZ EN HET CIZ
Wanneer we terugkijken naar de tijd vóór de Zorgverzekeringswet (Zvw), toen de AWBZ nog bestond, werden alle zorgindicaties gesteld door het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Het CIZ stelde onafhankelijk vast welke zorg een persoon nodig had, en de cliënt kreeg daarna een zorgbudget om de benodigde zorg zelf te organiseren. Veel budgethouders waren erg tevreden over dit systeem omdat zij na een gesprek een duidelijke indicatie ontvingen en hun zorg naar eigen wens konden regelen.
DE HUIDIGE PRAKTIJK: WIJKVERPLEEGKUNDIGEN EN GECONTRACTEERDE THUISZORG
Met de invoering van de Zvw werd dit systeem helaas niet overgenomen. In plaats daarvan worden budgethouders nu door de verzekering doorgestuurd naar gecontracteerde aanbieders voor hun PGB-indicatie. In de praktijk betekent dit dat cliënten vaak terechtkomen bij thuiszorgorganisaties, aangezien individuele wijkverpleegkundigen en/of indicatiebureaus geen contracten kunnen afsluiten.
Het probleem is dat deze thuiszorgorganisaties vaak weinig motivatie hebben om PGB-indicaties te stellen, omdat dit financieel niet aantrekkelijk is en zij de schaars aanwezige verpleegkundigen liever inzetten voor werkzaamheden die de eigen organisatie ten goede komen. Het resultaat is dat cliënten vaak maandenlang moeten wachten én verschillende aanbieders moeten bellen om een indicatie te verkrijgen.
Uit het onderzoek van IndicatieNederland blijkt dat 21,7% van de ondervraagden meer dan 5 aanbieders moesten bellen voordat zij een indicatiesteller vonden, en 4,3% belden zelfs meer dan 20 aanbieders. Dit is niet alleen inefficiënt, het is onmenselijk. Geen indicatie betekent geen geld om je zorgverleners te betalen. Sinds de invoering van de Zvw zijn budgethouders gevangen in een web van gecontracteerde thuiszorgorganisaties. De belofte van de Treeknorm is een lachertje – we gooien die norm in één klap overboord.
DE SIMPELE OPLOSSING: CENTRALISATIE VAN INDICATIES
De oplossing is verbluffend eenvoudig: terug naar het oorspronkelijke systeem van de AWBZ, waarbij er één punt is voor het stellen van PGB-Zvw indicaties. Dit zou zorgen voor meer uniformiteit in de aanvragen, kortere wachttijden en een effectievere afhandeling van aanvragen. Het onnodig bellen van meerdere gecontracteerde aanbieders die toch geen tijd hebben, wordt daarmee verleden tijd. De zorgbemiddeling wordt ontzien en er wordt weer voldaan aan de Treeknorm.
Belangenorganisatie PerSaldo roept al jaren op voor een onafhankelijk indicatiebureau binnen de Zvw, net zoals dat in de WLZ werkt. Het is tijd dat deze pleidooien eindelijk serieus worden genomen.
Zoals Aline Molenaar, directeur van PerSaldo, op 9 oktober 2020 aangaf:
“Wij hebben vanaf het begin gepleit voor een onafhankelijke indicatiesteller. Dat kunnen best verpleegkundigen zijn. Zolang zij maar bekend zijn met mensen met een levensbrede en levenslange hulpvraag, en als ze zich maar volledig en uitsluitend richten op het stellen van een indicatie van zorg en ondersteuning die de betreffende persoon nodig heeft. Zonder belangenverstrengeling of inmenging van een zorgaanbieder of verstrekker”
Waarom houdt de overheid dan toch vast aan een ineffectief systeem dat cliënten in de steek laat?
DE ONGEGRONDE ZORGEN OVER FRAUDE
Het is geen geheim dat de zorgverzekeraars en het ministerie VWS niet staan te springen om PGB. De mogelijkheid voor mensen om zelf zorg in te kopen, lijkt volgens het ministerie VWS meer risico’s op fraude en misbruik met zich mee te brengen. Maar klopt dit beeld van fraude binnen de PGB wel? Uit het Rapport Signalen fraude in de zorg van 2023, blijkt dat fraude binnen Zorg In Natura (ZiN) veel vaker voorkomt dan bij het PGB. In 2023 waren 47% van de fraudegevallen binnen Zorg In Natura, tegenover 21% bij PGB-gefinancierde zorg. Bovendien is dit cijfer zelfs gedaald van 32% naar 21% in vergelijking met 2022, terwijl het aandeel van signalen over de Zorg In Natura is gestegen van 40% naar 47% in 2023. Dit toont aan dat de zorgen over fraude bij het PGB ongegrond zijn.
PGB JUIST FLEXIBELER EN GOEDKOPER
PGB is niet alleen effectiever, het is ook aanzienlijk goedkoper. Waar een informele zorgverlener binnen het PGB tussen de €18 en €24 per uur krijgt, liggen de tarieven voor persoonlijke verzorging in ZiN tussen de €50 en €60 per uur (een formele zorgverlener binnen de PGB ontvangt doorgaans rond de €35 euro). Bovendien kiezen PGB-houders vaak bewust voor deze vorm van zorg omdat het hen meer flexibiliteit biedt en de zorg dichter bij hun persoonlijke situatie kan brengen. Voor bijvoorbeeld mensen die nog werken naast hun handicap biedt een PGB vaak meer flexibiliteit.
EEN OPROEP AAN POLITIEK NEDERLAND. WORDT WAKKER!
De huidige staat van het PGB-systeem is onhoudbaar en onacceptabel. Het is tijd voor een radicale herziening en een krachtige, centrale aanpak. Met de huidige tekorten aan zorgverleners is het hoog tijd om informele zorg serieus te omarmen. Dit kan eenvoudig door een redelijke vergoeding voor informele zorgverleners te bieden, zoals al gebeurt in buurlanden als Duitsland, België en Oostenrijk – zonder de verlammende administratieve lasten die het Nederlandse PGB-systeem kenmerkt.
Het is tijd dat Politiek Nederland wakker wordt en de mogelijkheden voor flexibele, goedkope zorg via PGB serieus overweegt. Toegang tot zorg moet voor iedereen binnen handbereik zijn. Het is essentieel dat we terugkeren naar een systeem dat zowel cliëntgericht als kostenefficiënt is, voordat het PGB-systeem volledig instort en duizenden Nederlanders zonder de broodnodige zorg achterblijven. Laten we samen strijden voor een rechtvaardig, efficiënt en mensgericht PGB-systeem dat daadwerkelijk werkt voor iedereen die het nodig heeft.